Volgens de telslangen heeft het circulatieplan van Kessel-lo niet geleid tot minder maar net tot meer autoverkeer in de woonstraten

Op 20 maart 2024, over deze onderwerpen: Mobiliteit

Het stadsbestuur evalueerde het circulatieplan van Kessel-lo begin 2024. Volgens de stad zorgde het plan voor een daling van het autoverkeer in de woonstraten met 10%. Wel gaf de stad al snel toe de indeling in woonstraten en ontsluitingsstraten niet correct te hebben toegepast. N-VA Leuven vroeg daarom een hertelling. Daarin tonen de telslangen aan dat het circulatieplan net voor méér autoverkeer in de woonstraten heeft gezorgd.

Bij de evaluatie van het eerste circulatieplan in het stadscentrum in de vorge bestuursperiode werd gebruik gemaakt van geijkte telslangen. Die werden gelegd op vooraf uitgekozen plaatsen. En er werd geteld op dezelfde locaties voor en na de invoering van het circulatieplan. Uit de verschillen kon men dan afleiden in welk mate de verkeersstromen werden gewijzigd door het plan.

Op vraag van fractieleider en lijsttrekker Zeger Debyser werd in de commissie mobiliteit van vorige week duiding gegeven bij de tellingen. Bij de evaluatie van het circulatieplan van Kessel-lo werden opnieuw telslangen gebruikt. De locaties waren evenwichtig gekozen: bij 13 slangen nam het verkeer toe, bij 12 nam het af.

Raadslid Debby Appermans: “Als we de de cijfers bekijken zien we een volledig ander beeld dan werd gecommuniceerd door het stadsbestuur. Het autoverkeer is volgens de geijkte telslangen met 7% gestegen in de woonstraten!"

Zeger Debyser: “De stad gebruikte ook gegevens van telramen. De selectie van die telramen roept vragen op omdat ze niet op voorhand was vastgelegd. Soms worden de resultaten vergeleken met data van jaren terug. Die telraamdata tonen een 25% daling van het autoverkeer in de woonstraten. Blijkbaar heeft de stad daarna een gemiddelde genomen van de data van beide meetmethoden om tot een daling van 10% te komen. Een gemiddelde maken van cijfers verkregen met verschillende meetmethoden die totaal uiteen lopen lijkt ons niet erg correct. Men zou zich eerst moeten afvragen waarom die data zou uiteenlopen.”

In de commissie werd uiteindelijk toegegeven dat de data vooral aantonen waar er problemen zijn, in de pineutstaten dus, en dat de gemiddelden in vraag mogen gesteld worden.

Raadsleden Appermans en Debyser: “Er blijven veel vragen onbeantwoord. Waarom communiceert de stad foute data aan haar burgers? En hoe gaat de stad het circulatieplan terug aanpassen om dat gestegen autoverkeer in de woonstraten terug beter te spreiden? Het probleem met de pineutstraten waar het autoverkeer wordt geconcentreerd, werd reeds aangekaart. Mogelijks speelt ook de omrijfactor een rol in het gestegen autoverkeer in de woonstraten. We besluiten dat het circulatieplan niet de gewenste effecten heeft bereikt en aanpassingen nodig zijn”

Contacteer:

  • Fractievoorzitter en lijsttrekker Zeger Debyser: 0491/22 71 52 - zeger.debyser [at] n-va.be
  • Gemeenteraadslid Debby Appermans: debby.appermans [at] n-va.be
     

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is