Reactie N-VA Leuven op in voege treden van uitgebreide zone 30 in deelgemeenten

“Belangrijk om de gewijzigde verkeerssituatie duidelijk aan te duiden en het straatbeeld aan te passen aan de gewijzigde snelheid”

Vanaf vandaag zijn de stadsdiensten begonnen met het plaatsen van de eerste verkeersborden van de uitgebreide zone 30. Dit gebeurt eerst in Kessel-Lo en vanaf februari volgen Wilsele, Heverlee en Wijgmaal.

Zeger Debyser, gemeenteraadslid: “Wij hebben altijd gepleit voor een evenwichtig en slim mobiliteitsplan waar iedere weggebruiker zijn/haar plaats vindt. Hierbij dient verkeersveiligheid centraal te staan en niet de ideologische strijd tegen de auto. Waar een zone 30 daadwerkelijk noodzakelijk is om de verkeersveiligheid te verbeteren, steunen wij dan ook de invoering van de verlaagde snelheid. Maar waar het mogelijk blijft om op een veilige manier 50 km/u te rijden, bijvoorbeeld op de belangrijkste toegangswegen en de Leuvense hoofdwegen, moet 50 km/u de maatstaf blijven."

Daarnaast vraagt de N-VA-fractie aan het stadsbestuur om de gewijzigde verkeerssituatie, minstens in de beginfase, extra aan te duiden naast de verplichte verkeersborden.

Zeger: "Dit kan bijvoorbeeld met grote oranje borden die wijzen op de gewijzigde verkeerssituatie. Zoniet dreigt het de komende dagen en weken boetes te regenen voor chauffeurs die nog niet vertrouwd zijn met de nieuwe situatie. Dit heeft niet alleen veel frustraties tot gevolg, maar leidt tevens telkens opnieuw tot een onveilige verkeerssituatie. Het doel van het aanpassen van de snelheid moet erin bestaan de verkeersveiligheid te dienen en niet om de stadskas te spijzen. Om dezelfde reden vragen wij het stadsbestuur om de wijziging van de snelheid gepaard te laten gaan met het aanpassen van het straatbeeld. Nu voorziet het stadsbestuur voor sommige brede rechte straten waar het straatbeeld geen lage snelheid afdwingt, slechts – tijdelijke - aanpassingen tegen de zomer van 2022. Maar de zone 30 gaat er wel al vanaf vandaag in. Ook dit werkt verwarrend en draagt niet bij tot de verkeersveiligheid.”