taalt de waard het gelag? N-VA Leuven verzet zich met klem tegen afschuiven besparingen op schouders van handel en horeca.

Bij lezing van het meerjarenplan kan je er niet naast kijken. Er heerst een crisissfeer en er 
wordt verwezen naar de economische en geopolitieke context. Ook Leuven leeft niet op een 
eiland en ondervindt hiervan impact, maar de stad zou beter in eigen boezem kijken. Tijdens 
het bestuur van Mohammed I werd de budgetbuffer volledig opgesoupeerd. Gevolg: 
schrappen in middelen maar vooral een stijging van allerhande belastingen en retributies.

Raadslid Karen Van Herck: “De Leuvense handel en horeca zullen het helaas voelen de 
komende jaren. Wanneer de meerderheid dan zegt dat de belastingen niet omhooggaan 
voor de Leuvenaar, voelt dit nogal wrang. Alsof handelaars en horeca-uitbaters 
tweederangsburgers zijn die niet tot de Leuvenaars worden gerekend. Nochtans dragen zij 
met hun ondernemingen dagelijks bij tot het bruisende leven en de uitstraling van de stad.”
Wat meteen opvalt in het meerjarenplan is de belastingtsunami. Eerder dit jaar zagen we al 
een verhoging van de terrastaks. Komen hier vanaf 2026 nog bij: verhoging van de 
logiesbelasting, ‘differentiatie’ van de onroerende voorheffing met impact op alle bedrijven 
en jaarlijkse indexering van de promotaks en de belasting op ongeadresseerd drukwerk. 
Karen Van Herck: “Bovendien mogen we niet vergeten dat er nog heel wat andere 
belastingen zijn, die weliswaar niet worden gewijzigd, maar evenzeer nog steeds moeten 
worden opgehoest: de belasting op inwendig verlichte reclames en uithangborden, de 
belastingen op markten, de belasting op kermis, op filmvoorstellingen, op nachtwinkels. Van 
4 miljoen € van dergelijke belastingen in 2025 gaan we naar 5,5 miljoen € tegen 2031, en 
dan zijn nog niet alle indexeringen correct meegenomen in de begrotingstabellen.
Ik hoorde de burgemeester op ROBTV zeggen dat ‘de stad extra inkomsten zal genereren via 
een verhoging van een aantal belastingen’. Maar het is niet de stad, het zijn de ondernemers 
die deze genereren door hun werk en creativiteit. De stad roomt ze af, al is dit nog zacht 
uitgedrukt.” 

Bij analyse van de toelagen viel ook de daling van de specifieke werkingsmiddelen voor Liefst 
Leuven op. Die gaan van €85.000 in 2025 (daarvan €30.000 voor organisatie van de Langste 
Dag) naar €40.000 in 2026. In commissie gaf schepen Wadera aan, dat dit een afbouw was 
van de extra ondersteuning die tijdens de coronaperiode voor handel en horeca was ingezet.
Niettemin nog steeds een vermindering, tegenover stijgende belastingen. Ook voor EVA 

VZW Centrummanagement en Leuven Mindgate zijn er minder middelen voorzien, net als 
voor de starterspremie (van 60.000€ in 2025 naar 40.000€ in 2026 en 30.000€ vanaf 2028). 
En ten slotte is er de vermindering van de vergoeding voor handelaars die huisvuilzakken, 
pmd- en GFT- zakken verkopen. Raadslid Debby Appermans: “Waar de handelaars nu nog 
respectievelijk 5%, 10% en 2% vergoeding ontvangen per fractie die verkocht is, zullen ze 
vanaf volgend jaar slechts 0.25€ per rol ontvangen en 0.5€ per verkochte gft-sticker. 
Hierdoor ontvangen ze 57% minder vergoeding voor deze dienstverlening aan de burger. 
Vraag is dan ook of het voor de handelaars nog rendabel is om deze dienst aan te blijven 
bieden. Gaan de Leuvenaars hun vuilzakken nog zo vlot overal kunnen kopen of hiervoor 
moeten omrijden?”

“Dat omrijden en vervolgens een parkeerplaats vinden is ook al geen sinecure in Leuven”, 
vervolgt Debby Appermans. “De gratis parkeeruren in Parking Vaartkom gaan op de schop 
vanaf 28 januari 2026. Even naar de kine gaan of iets gaan kopen bij de lokale handel kan 
niet meer zonder te betalen. Ook het verdwijnen van de 4 uur gratis parkeren kan niet 
anders dan een impact hebben op de handel en horeca in die buurt. Een beetje cynisch, zo’n 
maatregel op een moment dat de schepen van handel en horeca daar dan de 5de
handelskern van wil maken.”

Raadslid Karen Van Herck: “we leven niet in een vacuüm, we beseffen bij N-VA Leuven ook 
dat de context op alle niveaus noopt tot sober beleid. Maar bij dergelijke moeilijke oefening 
geeft N-VA Leuven de voorkeur aan besparen op uitgaven. Nieuwe of hogere belastingen 
zou de allerlaatste optie moeten zijn. Voor ons zijn handelaars en horeca-uitbaters 
volwaardige leden van onze Leuvense gemeenschap en moeten zij niet buitenproportioneel 
de lasten dragen. Hoe denkt dit stadsbestuur deze sector de nodige ruimte voor groei te 
geven, wanneer het via belastingen en minder middelen de zuurstof wegneemt?”